„Ik ben lekker stout“

Von der niederländischen Autorin Annie M.G. Schmidt (1911-1995) stammt das Gedicht „Ik ben lekker stout“ (Ich bin mal so richtig ungezogen“).

Die Schülerinnen und Schüler des Kurses nl118 (Jahrgang 11) haben eigene Versionen des Gedichts verfasst:

 

Ditmaal zeg ik nee!

Drink koffie in plaats van thee.

Ik ga niet meer naar school

En maak een reis naar de Zuidpool.

 

Ditmaal doe ik war ik wil!

Draag contactlens in plaats van een bril.

Ik maak ook niet meer schoon

En ga lekker liggen in de zon.

 

Ditmaal ben ik stout!

Rat 18 karaats goud.

Ik maak nooit weer huiswerk

En ga ook niet meer naar de kerk.

(Celina)

 

Niet vroeg opstaan

Toch wel lang slapen

Niet meer naar school gaan

En spingen uit het raam

Dat is wat ik niet wil

Dat is wat ik wil.

 

Niet mijn kamer opruimen

Maar genieten van de vrije tijd

Niet helpen in het huishouden

Maar alleen auto rijden

Dat is wat ik niet wil

Dat is wat ik will

(Anneke)

 

Soms zijn mensen manisch,

Soms zijn mensen aggressief,

en meestal ben ik alleen

maar heel erg lief.

 

Veelal ben ik vervelend,

Vaak ben ik stout,

af en toe veroordelend

soms ben ik erg koud.

 

Ben ik dan woedend,

en ben ik dan gek,

is er straks iemand bloedend

en je wenst ik was achter een hek.

(Louisa)

 

Waarom zal ik dat doen

Ik heb iets beters te doen

Ik maak geen huiswerk

En hou geen orde

Er is geen spelling die ik volg

 

Ik will niet op de leraar horen

Daarmee heb ik geen zorgen

Ook niet dit gedichtje schrijven

En niet naar school gaan,

maar later werken in een goede baan.

 

Regels zijn niets voor mij.

Zal ik op mijn ouders horen? Nee!

(Schüler)

 

Ik wil niet meer, ik wil niet meer!

Niet meer iemand respecteren.

Geen huiswerk maken.

Ik wil niet meer!

Niet meer orde houden.

Niet meer naar school gaan.

Ik wil niet meer!

Iedereen negeren.

Met de auto te hard rijden.

Niet op afvalscheiding letten.

En ook niet op spelling.

Dat is wat ik wil!

(Schüler)

 

Ik wil niet meer naar school gaan

Maar daarvoor echt laat opstaan.

Ik wil niet de hele dag op een bord kijken

En ook niet te veel leren

Omdat ik ervan zou sterven.

Ik wil liever meer tv kijken.

 

Ik wil voor geode prijzen

Een heel graag reizen.

En als iemand mij wil stoppen

Zou ik hem moppen

En liever met hem vechten.

(Schüler)